Photoworkx | Les materiaal 1
24502
page-template-default,page,page-id-24502,edgt-core-1.3,ajax_fade,page_not_loaded,,hudson child-child-ver-1.0.0,hudson-ver-3.3, vertical_menu_with_scroll,smooth_scroll,blog_installed,wpb-js-composer js-comp-ver-6.7.0,vc_responsive

Les materiaal 1

Iedereen kan een foto maken, een bijzondere foto is iets anders. Er komt meer bij kijken dan alleen op de knop drukken.

De camera-instellingen

Belichtingsinstelling

Er zijn veel instelmogelijkheden op de camera. Hier volgen een aantal basis instellingen.

De ‘groene stand’ is de volledig automatische stand, wel handig maar naar mijn idee de minst creatieve stand. Je weet namelijk helemaal niet hoe de foto gemaakt gaat worden.

Vaak is de programma stand (P) beter, hierbij moet wel de ISO op de juiste waarden worden ingesteld.
In de P- stand zijn ook meer andere instellingen v/d camera actief.

fotografieworkshops.com Den_Haag

Belichtingsinstelling

ISO

De ingestelde ISO heeft met de gevoeligheid van de sensor te maken.
Een lage ISO, lage lichtgevoeligheid, geeft een kleine pixel, scherpe foto en een hoge ISO geeft een grote pixel, minder scherpe foto.
Veel licht:ISO 100-200 , eind van de dag of binnenshuis: ISO 800 – 1600

Scherpstelling, AF

Bij een stilstaand onderwerp is ONE SHOT of (S)ingle AF handig.
Bij een bewegend onderwerp is (C)ontinu AF of ALL SERVO beter.

Een groot bestandsformaat(L) met een kleine compressie is een juiste keuze.

Wat geldt voor iedere foto?

Wat is het hoofdonderwerp?

-wat wil je laten zien? (en wat niet)
-scherpstelpunt
-compositie
-achtergrond, storende elementen die aandacht trekken

Meestal is het slim om het scherpstelpunt op het hoofdonderwerp te zetten,
je weet dan zeker dat het hoofdonderwerp scherp is.

Om nauwkeurig te kunnen scherpstellen is een klein scherpstelpunt prettig.

fotografieworkshops.com Den_Haag

Lange sluitertijd, b.v. 1/4 sec.

fotografieworkshops.com Den_Haag

Korte sluitertijd, b.v. 1/500 sec.

Hoe ga je de foto maken?

-veel of weinig scherptediepte
-haarscherp of bewogen

Controle van de gemaakte foto

-juiste belichting ( +/- belichtingscorrectie)
-controle scherpte

fotografieworkshops.com Den_Haag

fotografieworkshops.com Den_Haag

Gulden snede

Compositieleer

De gulden snede is een natuurlijke verhouding waarbij het beeld horizontaal en verticaal in drieën gedeeld word. Door je onderwerp op een snijpunt te plaatsen geeft dit rust in het beeld en heb je al snel een bruikbare foto.

fotografieworkshops.com Den_Haag

Gulden snede

Door gebruik te maken van scherptediepte kun je de aandacht van de kijker sturen.

Bijvoorbeeld: het hoofdonderwerp scherp en de achtergrond onscherp.

Door de horizon niet in het midden van het beeld te plaatsen krijg je vaak een interessanter beeld.

Accent plaatsen door: kleine scherptediepte, standpunt, bewegingsonscherpte.

Als je vanuit een afwijkend standpunt een foto maakt geeft dit vaak een frisse kijk op de situatie. Dus een laag (kikker) of hoog (vogel) perspectief.

fotografieworkshops.com Den_Haag

Een slimme combinatie

Het diafragma, de stuitertijd en de ISO werken in dezelfde ‘eenheid’: stops genaamd, het is dus mogelijk om een slimme combinatie te zoeken waardoor de kwaliteit van de foto hoog is. (magische driehoek)

Een slimme combinatie: een veilige sluitertijd, voldoende scherptediepte en een lage ISO. Voor een algemene situatie overdag met een stilstaand onderwerp: b.v. t=1/125, f/8, 200 ISO dus niet: t/500, f/8, 800 ISO

Let goed op de achtergrond.
Je kunt heel veel moeite stoppen in het onderwerp goed in beeld brengen, maar als de aandacht van de kijker afgeleid wordt door een storende achtergrond dan gaat je boodschap verloren.

Een foto wordt dynamischer wanneer je met schuine lijnen werkt in het beeld.
Bijvoorbeeld van links onder naar rechts boven.

Tips


‘Ruim fotograferen’ zodat de vormgever staande of liggende foto’s kan plaatsen.
Een eenvoudige belichting krijg je zodra de zon achter je staat, bij tegenlicht:inflitsen.

Bij een groepsfoto: probeer b.v. lichte kleding gedeeltelijk voor donkere kleding te plaatsen, hierdoor komen de personen ‘los’ van elkaar.

Als het mogelijk is meerdere foto’s maken van hetzelfde onderwerp zeker bij groepsfoto’s.

De optische kwaliteit van het objectief is vaak de belangrijkste kwaliteitsfactor.
Optische zoom is beter dan digitale zoom.

Om snel een foto te kunnen maken is de programma-instelling erg handig. Handbediening of slim gebruik maken van de belichtingsautomaat in combinatie met de flits geven vaak mooiere beelden.

 

De ontspanknop heeft meestal twee standen, door hem half in te drukken worden de AF en de belichtingsmeter geactiveerd. Bij doordrukken wordt de foto gemaakt.

Het is slim om na het overzetten van de beelden de geheugenkaart regelmatig in de camera te formatteren. Een back-up maken van bestanden is belangrijk.